Het beste aanbod, online en off-market.
Neem nu contact op +33770186203 (ook WhatsApp ) of gebruik ons persoonlijke zoekformulier

Het onderwijssysteem in Frankrijk

Door in Blog met 0 Comments

Het onderwijssysteem in Frankrijk wijkt nogal af van het Nederlandse systeem. Er is een op het eerste gezicht ingewikkeld stelsel van scholen, klassen en cycli die elkaar onderling overlappen. De cycli zijn
in 1989 in de Franse scholen geïntroduceerd teneinde een soepeler verloop van klas naar klas te
realiseren. In plaats van ‘zittenblijven’ en een hele klas nog eens overdoen kan een kind binnen een
cyclus verschillende vakken op verschillende niveaus volgen.
 
Crèche
De allerjongste kinderen kunnen desgewenst naar de crèche. De reguliere vorm is de ‘crèche collective’. Deze is altijd gehuisvest in een licht en vrolijk gedecoreerd gebouw, met alle voorzieningen, gekwalificeerd personeel en medische begeleiding. De crèche draagt bij aan het socialisatieproces van het kind. Aangezien het aantal plaatsen in deze ‘crèches collectives’ vaak beperkt is, zijn er diverse alternatieven;
De ‘crèche familiale’ is een vorm waarbij een ‘assistant maternelle’ één tot maximaal drie kinderen thuis opvangt. Dit vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de directie van een crèche (collective) die ook geregeld bezoekjes uitvoert. Daarnaast zijn er de ‘crèches parentales’ die door de ouders zelf georganiseerd worden. Zij functioneren onder officieel toezicht en worden soms gesubsidieerd. Het maximaal aantal kinderen is 16 en er moeten minimaal 2 begeleiders zijn, waarvan 1 professioneel. Er wordt een sterke inzet van de ouders verwacht.
Tenslotte wordt er veel gebruik gebruik gemaakt van een zogeheten ‘nourrice’. Dit zou je in het Nederlands een oppasmoeder of opvangmoeder kunnen noemen. De ‘nourrice’ is doorgaans geen professional en er is geen enkele vorm van officiële controle. Alles vindt plaats na onderlinge afspraak tussen ouders en ‘nourrice’.
Verplicht onderwijs
Volgens de Franse wet moet een kind onderwijs volgen vanaf het jaar waarin het vier wordt tot aan het zestiende jaar. Dit beslaat ook de ‘École élémentaire’ en het ‘Collège’ plus 1 of 2 jaar van het ‘Lycée’. Dit is weergegeven met de grijze vakjes in de tabel hieronder. Maar het overgrote deel van de ouders stuurt hun kind al vanaf het derde jaar naar de ‘École maternelle’. Het laatste jaar van de ‘maternelle’ is een voorbereiding op de ‘École élémentaire’. Dat jaar maakt ook deel uit van de 2e cyclus en het lijkt niet aan te raden om dat te missen. Hoewel de ‘École maternelle’ dus niet verplicht is, hoort het praktisch gezien wel bij de normale schoolgang.

 

Op kleinere scholen in minder dichtbevolkte gebieden is het gebruikelijk dat kinderen van verschillende niveau’s bij elkaar in de klas zitten (‘classe à double niveau’). De niveau’s CE1 en CE2 of CM1 en CM2 kunnen bijvoorbeeld op die manier samengevoegd zijn. Zoals bovenstaand schema aangeeft, hebben leerlingen na drie klassen ‘collège’ de keuze om naar het ‘Lycée professionel’ te gaan. Dit is een meer praktijkgerichte opleiding dan het ‘Lycée’.
Lesrooster
Het lesrooster van de École élémentaire ziet er gemiddeld als volgt uit:
Frans, 9 uur
Spreken; Het kind leert in cyclus 2 informatie overdragen, verhalend vertellen, beschrijven, een mening verkondigen, vragen stellen, commentaar geven. In cyclus 3 leert het helder een idee te verkondigen, discussiëren, dialogeren en onderscheid maken tussen verschillend taalgebruik.
Lezen; Begrijpend lezen, opzoeken en selecteren van teksten, hardop lezen, en voorgelezen worden.
Schrijven; leesbaar en netjes schrijven, opstellen van teksten en evt ook teksverwerking met de computer
Poézie; Het kind leert gedichten en teksten uit het hoofd en leert het voordragen van teksten. Later leert het ook gedichten op te stellen.
Wiskunde, 5 uur
Rekenen; In cyclus 2 leert het kind getallen tot 1000 en het optellen, aftrekken en vermenigvuldigen hiervan. In cyclus 3 leert het breuken en het delen van getalen.
Geometrie; In cyclus 2, ruimtelijk denken en het werken met eenvoudige geometrische figuren zoals vierkanten, circels en kubussen. In cyclus 3 het werken met volumes en oppervlakken en het gebruik van instrumenten zoals lineaal, tekenhaak en passer.
Meten; In cyclus 2 leert men tijd, lengte en massa en bijbehorende eenheden. In cyclus 3 gaat men dieper in op volume, oppervlakte, omreken van eenheden, bereken van omtrekken en hoeken.
Wereldontdekking, 4 uur (alleen in cyclus 2)
Het kind leert over de omgeving en plaatsen (landschappen, weer, de kaart), de tijd (natuurlijke ritmes, dagelijks leven), materialen (water, lucht, voorwerpen) en de levende wereld (het eigen lichaam, dieren, planten).
Wetenschap, technologie, geschiedenis en aardrijkskunde, 4 uur (alleen cyclus 3)
Eenheid en verscheidenheid in de wereld (ontwikkeling, voortplanting, evolutie), het menselijk lichaam (beweging, voeding, hygiène), hemel en aarde (zonnestelsel, licht en schaduw, tijdsmeting), energie (water, waterstromen, energieproduktie), technische voorwerpen (elektrisch, mechanisch, montage, demontage) en informatica.
Geschiedenis; De geschiedenis van Frankrijk, belangrijke gebeurtenissen vanaf de préhistorie tot de 21e eeuw.
Geografie; met kaarten en schetsen leert het kind zich te plaatsen in Frankrijk en in de wereld, leert het Franse landschappen, het werk van de mensen en de inrichting van hun omgeving.
Maatschappijleer
Dit is niet zozeer een op zichzelfstaand vak maar het maakt deel uit van alle schoolaktiviteiten. Het kind leert sociale regels, en het leert over de symbolen en belangrijke Franse instituten. In de derde cyclus leert het over zaken als eerlijkheid, moed, rechtvaardigheid en recht.
Lichamelijke opvoeding en sport, 5-6 uur
in cyclus 2 leert het kind rennen, springen, zwemmen, verschillende atletiekaktiviteiten, de eigen mogelijkheden en grenzen, reageren op anderen. In cyclus 3 vervolgens leert het spelregels, individuele en groepsprestaties, technieken in de sport, expressieve activiteiten, individuele sporten en groepssporten.
Kunstzinnige opvoeding, 2 uur
Dit omvat muzikale vorming (zingen, dans, ritme) en kunst (tekenen, schilderen, gebruik van materialen).
Schooltijden
De schooldagen zijn in Frankrijk over het algemeen lang. De gemiddelde schooldag duurt van 8:45 h tot 16:30 h tegen 9:00 h tot 15:30 h in Nederland. De kinderen blijven doorgaans over in de middagpauze en indien men op het platteland woont is er vaak sprake van een langere reistijd. De kinderen op de École élémentaire krijgen ook al huiswerk dat kan oplopen tot 1 uur per dag.
De écoles maternelles verzorgen doorgaans ook een voor- en naschoolse opvang (garderie), vanaf 7:30 h voorafgaand aan de schooldag en tot 18:00 h na de schooldag. Een praktische oplossing voor werkende ouders maar het is de vraag hoe gunstig het voor het kind is.
Hier staat tegenover dat er minder schooldagen per jaar zijn. 316 halve dagen in Frankrijk tegenover 360 halve dagen in Nederland. De woensdag is vaak een vrije dag. Vaak wordt er op zaterdagochtend les gegeven. Momenteel staat de verdeling van schooldagen ter discussie. Een aantal scholen heeft de zaterdag als lesdag afgeschaft en geeft weer les op woensdagochtend of heeft het aantal vakantiedagen vereminderd.
Openbare scholen versus privé-scholen
Ouders hebben de vrije keuze of ze hun kind naar een openbare school of privé-school sturen. Openbare scholen worden geleid door de overheid terwijl privé-scholen door privé-instellingen worden geleid. Veel ouders hebben het idee dat privé-scholen beter onderwijs geven maar uit studies blijkt dat er onder zowel de openbare en privé-scholen goede en slechte zijn. Wel is de openbare school vaak een grotere en minder persoonlijke instelling dan de kleinere privé-school. Aan de andere kant heerst op privé-scholen vaak een grotere prestatiedwang en concurrentie omdat de school een naam heeft hoog te houden.
Kiest men voor de openbare school dan is men in principe gebonden aan de school in sector waarin men woont. Dit kan wel eens ongunstig uitpakken. Ouders kunnen eventueel een aanvraag indienen om van die regel te mogen afwijken, bijvoorbeeld om het kind te plaatsen op een school dichtbij de plaats waar men werkt, zodat het halen en brengen van het kind eenvoudiger is.
De keus voor een bepaalde privé-school is volledig een zaak tussen de schoolleiding en de ouders. De school kan bepaalde leerlingen weigeren bijvoorbeeld op grond van het kennisniveau.
Het overgrote deel van de privé-scholen werkt onder contract met de overheid (‘sous contrat’). Het onderwijzend personeel wordt door de overheid betaald en het lesprogramma moet overeenstemmen met dat van de openbare scholen. De ouderbijdrage voor zulke scholen varieert van 10 tot 100 Euro per maand maar daar komen vaak extra kosten bij voor bijvoorbeeld het overblijven in de kantine (4 tot 8 Euro per dag), verzekeringen, schoolreisjes en schoolbenodigdheden. Daarnaast is er een zeer klein gedeelte van de scholen dat volledig onafhankelijk werkt (‘hors contrat’). De kosten van zo’n school kunnen oplopen tot 250 Euro per maand of zelfs 700 Euro per maand voor de internaten.
De meeste privé-scholen zijn katholiek. Maar het bijwonen van de godsdienstlessen is doorgaans facultatief.
Buitenlandse kinderen
Buitenlandse kinderen zullen in de regel instromen in het leerjaar waar ze volgens hun leeftijd in thuishoren. Een aantal scholen heeft een zogeheten ‘classe d’initiation’ (CLIN) speciaal voor de niet-franssprekende kinderen. In deze klas wordt intensief Frans taalonderwijs gegeven zodat de kinderen sneller kunnen integreren in het normale onderwijs. De duur hangt af van de leeftijd van het kind en de eerder genoten scholing. De CLIN kan voltijdsonderwijs zijn maar ook deeltijds, waarbij lessen zoals muziek, handvaardigheid, gym en vaak ook rekenen worden gevolgd in een gewone klas. Na verloop van tijd neemt de gewone klas de integratie volledig over. De ouders moeten bij inschrijving op het gemeentehuis kenbaar maken dat ze hun kind in zo’n CLIN geplaatst willen hebben.
Met dank aan Erik van de Wiel. De informatie op deze pagina is grotendeels afkomstig uit:
“Guide de l’école, De la maternelle à l’entrée en 6e” (ISBN 2-226-08721-4) en
“Le guide de lécole primaire” (ISBN 2-910934-96-9).



Share This